DE AANTREKKINGSKRACHT VAN SPOORWEGEN OP BEDRIJVEN

Al van bij het ontstaan van België koesterde de overheid plannen voor de uitbouw van een spoorwegennetwerk. Een dergelijk netwerk zou immers de economie en het imago van het land ten goede komen. De aanleg van ‘ijzeren wegen’ liet dan ook niet lang op zich wachten. Overal zag men spoorwegmaatschappijen opgericht worden die geen enkel probleem ondervonden om financiering voor de spoorwegaanleg te vinden. Bankiers kwamen immers snel met geld over de brug en niet alleen omdat de spoorwegmaatschappijen direct financieel voordeel haalden eenmaal de lijn was aangelegd. Het spoor had ook zijn impact op afzetmogelijkheden van andere bedrijven die eveneens door dezelfde bankiers werden gefinancierd. Het mag dan ook niet verwonderen dat het spoor vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw een belangrijke rol speelde in de vestiging van nieuwe industriële bedrijven.

Kortemark

De aanleg van de spoorlijn Lichtervelde-Veurne in 1858 en de opening van het station bracht welvaart en economische bloei voor de toen nog arme gemeente Kortemark. Overal zag men nieuwe woningen verschijnen, wat op zijn beurt de steenbakkerijen in de gemeente deed toenemen. Vanaf 1873 deed ook de lijn Oostende-Torhout-Ieper Kortemark aan. Het station van Kortemark werd hierdoor een spoorwegknooppunt en deed tevens dienst als vertrek- en aankomstpunt van personeel (een zogenaamd depot).

De aanwezige spoorweginfrastructuur zorgde er samen met de verbeterde weginfrastructuur (de Staatsbaan) voor dat er industriële bedrijvigheid kon worden opgestart. In 1906 vestigde een stoomzagerij zich in de Hospitaalstraat en in 1907 richtte Aimé Talpe het groenteconservenbedrijf Aurora  (later gekend als conservenfabriek Star) op in de Amersveldestraat. Deze fabriek had een spooraansluiting op de lijn 73. Kort na de Tweede Wereldoorlog zagen er verder – niet verwonderlijk in de buurt van het station – nog een zestal vlasfabrieken het licht.

Eernegem

Ook in Eernegem zag men de invloed van spoorlijn 72 op de stationsbuurt. De omgeving van het station werd immers al heel vlug de ideale locatie van bedrijven. Zo vestigde de groente- en vleesconservenfabriek Alibel (Alimentaire Belge) zich in 1925 in de Stationsstraat. De Alibel-site bevatte naast diverse bedrijfsgebouwen onder meer een watertoren, een stokerij en een elektriciteitscentrale. Een ander belangrijk bedrijf dat in de stationsbuurt gelegen was, was de in 1902 opgerichte olieslagerij Roelens.